Minstens ééns per jaar gaat de glitterspuitbus over de column en hang ik de slingers om de boom, die traditiegetrouw al volhangt met kunstsneeuw, nepballen en een overdosis aan lampjes. Wie die openingszin leest, heeft mogelijk de indruk dat ik het geboortefuifje van onzelieveheertje maar niks vind: ben gerust, ik ben fan van kerstmis. En niet zo zuinig: in mijn kindertijd was het HET hoogfeest van ’t jaar, dat thuis uitbundig gevierd werd. Een tijd vol sfeer, vol kleur en warmte; een saus eroverheen van vredigheid en mooi. Nep, maar mooi. Mijn moeder hing het hele huis vol met kerststukken vol bloemen, heel kunstzinnig geschikt, maar namaak. Dat vonden wij normaal gesproken helemaal niks, maar we pasten onze principes aan aan het gezinsbudget: wij konden ons hartje winter zoveel verse bloemen in al die kerststukken niet permitteren. Soms moet je niet te fanatiek kniesoor willen zijn, als je voor veel minder geld toch redelijk het effect kunt benaderen, waar je in die gezellige dagen rond kerst behoefte aan hebt. Met kerst namen we wel méér voor lief. De geuren in huis bijvoorbeeld, geuren van traditioneel eten. Bij ons niertjes. Na de nachtmis. Een onderdeel van het kerstmenu dat niet meteen uitblonk in aantrekkelijke geur. Toegegeven; het IS ook niet ieders favoriete geur. Maar het was bij ons de geur die hóórt bij dat moment, het was de geur van kerstmis. Dus goed. En zo waren zelfs, laat ik zeggen ‘eigenaardig ruikende’ brokjes orgaanvlees noodzakelijke omlijsting van het familiefeest. Zo goed als de worstenbroodjes. En zingen, eindeloos zingen. Wij hadden een vrijwel onuitputtelijk kerstrepertoire, dat wij als familiekoor zeer verdienstelijk beheersten. Zonder valse bescheidenheid: wij zongen goed, ’t hele jaar door, maar met kerst zongen wij uitstekend. Waarschijnlijk mede omdat kerst, óók per traditie, het moment was dat het familiekoor op z’n compleetst was. Met kerst was je thuis. Punt. En dan zongen wij dus vrede op aarde, terwijl we ook toen verrekte goed wisten dat er tig plaatsen op de wereld te noemen waren waar die engelenboodschap aan flarden geschoten werd. Maar het idee paste bij kerstmis, net als die nepbloemen en de geur van niertjes en worstenbrood. Een ritueel, dat je even een fijn gevoel gaf. Net als de afsluiting van die kersttijd, de jaarwisseling, de tijd dat iedereen iedereen elkaar overlaadt met ‘alles wat wenselijk is’ en we ook dáár weer, pausen en koningen voorop, ijzerenheinig een wereld toewensen waarin we vredig met elkaar omgaan. Wie een beetje het nieuws volgt, weet dat de werkelijkheid anders is. Dit jaar dreigender dan ooit. Dus hang weer je kunstbloemen, kook je niertjes en zing ‘vrede op aarde’, maar stop daarna bij de goeie voornemens en goeie wensen. Zeg ze niet meer. Neem ’t je niet meer voor. Wens ’t elkaar niet meer toe. Zeg ’n s niks meer. DOE ’t gewoon. Doe gewoon weer iets leuks met en voor elkaar. Dat is al héél lang geen traditie meer. Maar bij zoveel nep is de wereld er weer dringend aan toe.
Meer berichten van Column
Ik doe niet mee aan vogeltellingen. Ik zou ook niet weten hoe ik dat moest doen. Omdat ik bij god niet weet welk vogeltje ik al gehad heb en welke niet. Let wel: dat wordt de ...
Mij is het zingen met de paplepel ingegeven. Sterker: het heeft van meet af aan in mijn bloed gezeten. Dat kon niet anders want via de navelstreng kreeg ik al de nodige melodie...
Vorige keer vertelde ik over de rare gewoonte van volwassenen om met Sinterklaas de jaarlijkse veldslagen te starten rond de kleur van het Pietenvolk. Alsof het niet over een v...
Meer berichten
Verleg een steen - verander een cijfer - verwelkom 2026 In november zorgt de eerste vorst voor witte rijp-randjes in de hele tuin. Ook rondom de sokkels met de twee grote ste...
Dur ovend vilt Ich vang dich op En kroep dur Stillekes neave Dur ovend vilt Ich schleat mien auge Loat ut dinke los Hot mien wunsche vas Dur ovend vilt zonger aa...
Kerstgroet 2025