Ik ben in Limburg geboren, maar pappa’s en mamma’s wiegen stonden in Gelderland. Tweemaal Gelderse roots dus. Pap werd geboren in Duiven, toen een klein boerendorp. Toen was er nog niet de autobaan naar Zevenaar waarvan je bijna elke dag filemeldingen krijgt. Van die autobaan heb ik overigens wél geprofiteerd omdat die over het grondgebied liep van ‘de Ploen’: de boerderij waar mijn vader geboren werd. Mijn opa was Herenboer. Grond zat. Die autobaan kon de oom, die de Ploen overnam, best missen. Graag zelfs. Een stukje van de opbrengst van die autobaan kwam terecht in een schenking aan alle neven en nichten. Lang leve Gelderland, lang leve Duiven. Later werden de erfpachtweilanden en -akkers rond de Ploen omgezet in nieuwbouwwijken. De Ploen zelf werd een door een achterneef gedreven loonbedrijf. Einde van een roemrijk tijdperk. De oom, die de Ploen had overgenomen, was decennialang wethouder geweest. Me dunkt. Bij de laatste verkiezingen, waaraan die ome meedeed, werden de grote borden met ‘Dolf Verhoeven lijst 1’ door de lui uit de buurt met stroken overgeplakt met ‘Ver hoeven we niet’. Van vaderszijde viel de trots op de roots dus in het water, maar we hadden mamma nog. Mamma kwam van Arnhem, opa had daar een winkel in Grutterswaren en Comestibles. Wat dat laatste was, wisten we niet maar het klonk hartstikke sjiek en voornaam. Opa was teven koster van de Eusebius. Wie Arnhem kent, kent de Eusebiustoren, de Grote Eusebius, het kolossale bouwwerk dat waakt over Arnhem en mijn opa waakte dus over die Eusebius. Dan ben je wat. Driekwart van m’n leven heb ik in die veronderstelling geleefd. Pas veel later hebben wij op een zussendag ontdekt dat de grote Eusebius een protestante kerk was. En dat er dus ook nog een kleine Eusebius was. De katholieke. Prompt zijn we op zoek gegaan naar die kleine Eusebius en dat bleek een kerkje van niks te zijn. Mijn opa viel voor mij toen een behoorlijk eind van zijn voetstuk. Arnhem was tot dat moment voor mijn gevoel om twee dingen bekend: om ‘Eén brug te ver’ en om de Eusebius die ernaast stond. Nu nog alleen om die brug te ver. Mijn roots bleken dus aan beide zijden tegen te vallen. Geboren in Roermond had ik sowieso niks aan die roots. Die zorgden er alleen voor dat ik geen Limburgs sprak en dan sta je als kind al met 10-0 achter. De naam deed de rest. Ik woonde al een halve eeuw in Gulpen en dan denk je dat de roots er niet meer zo veel toe doen. Maar ik kom nog steeds lui tegen, die me vragen ‘Wie sjrief d’r uch?’ Als ik dan ‘Verhoeven’ zeg, komt steevast ’t onverbiddelijke oordeel ‘D’r zeet niet van hiej’. Dat klinkt als ‘Ver hoeven we niet’. De Gelderse roots stellen niks meer voor en in Limburg ben ik door pap en mam op een doodlopende root gezet. Ik ben asielzoeker avant la lettre. Maar gelukkig: bad, bed en brood zijn in orde.
Meer berichten van Column
Ik doe niet mee aan vogeltellingen. Ik zou ook niet weten hoe ik dat moest doen. Omdat ik bij god niet weet welk vogeltje ik al gehad heb en welke niet. Let wel: dat wordt de ...
Mij is het zingen met de paplepel ingegeven. Sterker: het heeft van meet af aan in mijn bloed gezeten. Dat kon niet anders want via de navelstreng kreeg ik al de nodige melodie...
Vorige keer vertelde ik over de rare gewoonte van volwassenen om met Sinterklaas de jaarlijkse veldslagen te starten rond de kleur van het Pietenvolk. Alsof het niet over een v...
Meer berichten
Dur ovend vilt Ich vang dich op En kroep dur Stillekes neave Dur ovend vilt Ich schleat mien auge Loat ut dinke los Hot mien wunsche vas Dur ovend vilt zonger aa...
Kerstgroet 2025
Nieuwjaarswandeling Doe mee aan de Nieuwjaarswandeling van IVN Eys op zondag 11 januari! Begin 2026 fris en vol energie. Trek je wandelschoenen aan en sluit je aan bij de gez...