Verzetsmonument Wittem

Het monument bij de Eyserlinde is in een aantal opzichten bijzonder. Het is het eerste grote verzetsmonument dat in Limburg is opgericht. Dat gebeurde op 3 mei 1951. Het werd onthuld door gouverneur Houben, ingezegend door de Provinciaal Overste der redemptoristen pater Van der Meulen, terwijl de eerste krans werd gelegd door de burgemeester van Wittem, Merckelbach.
Het monument is vervaardigd door pater Gerard Mathot, redemptorist. Dat gebeurde in het atelier van Thissen in Roermond. Wat heeft hem daarbij bezield? Een massale steen van drie en halve meter rijst uit de grond omhoog. De naam van het monument: ‘Den Gevallene!’
Pater Gerard Mathot ging in 1924, dertien jaar oud, naar het seminarie van de redemptoristen omdat hij missionaris wilde worden in Brazilië. Toen hij echter het klein- en grootseminarie doorlopen had, stuurde zijn provinciaal hem tamelijk onverwacht naar de kunstacademie in Arnhem. Daarmee begon het dubbelleven van Mathot. Hij was op de eerste plaats priester. Als lid van de orde der redemptoristen trok hij jaren het land in om te prediken, retraites te verzorgen, te dopen en huwelijken te sluiten. Toen hij eind jaren veertig landelijke bekendheid kreeg was dat dan ook vanwege zijn preken, die zelfs op de radio werden uitgezonden en in boekvorm uitgegeven en niet vanwege zijn artistieke capaciteiten. Mathot leidde een bescheiden maar actief kunstenaarsbestaan: actief, want hij werd al snel gevraagd om de vele vestigingen van de redemptoristen in den lande te verrijken met schilder- en beeldhouwwerk; bescheiden, want hij heeft bijna nooit de publiciteit gezocht door deel te nemen aan tentoonstellingen. Bij Mathot stond de kunst meestal in dienst van zijn geloofsbeleving. Hij had de visie en de originaliteit om dat met een heel persoonlijk accent te doen. Pater Mathot zal voor het nageslacht vooral bekend blijven als kunstenaar. Want met de prachtige bronzen beelden die men nog steeds kan bewonderen op de campus van de universiteit van Nijmegen, in de St. Jan in Den Bosch en in de kerken van de redemptoristen heeft hij zich een blijvende naam verworven.
De vaardige kunstenaar laat de steen spreken. Met de stenen massa vergroeid zien we in een krachtige lijn vier figuren…. Aan de voet in markant reliëf Maria Magdalena, wat hoger een sterke Johannes-figuur, die de ‘gevallen’ Christus als motief draagt, terwijl Maria het hoofd van haar Zoon zacht tegen zich aanhoudt. Maria, symbool van de sterke moeder die haar leed verhult in tederheid, haar hoofd opgeheven naar de hemel. Gelaatsuitdrukkingen, die gevoelig zijn gebeeldhouwd. Waarbij het gelaat van Christus een beeld is van verheven rust. Als het ware een uiting van het gelukkige besef van de uiteindelijke overwinning van het goede. En dat was toch het doel, dat voor ogen stond bij alle gevallenen voor wie dit monument is opgericht.