Van de week maakte mijn hart weer eens een klein huppeltje. En ditmaal doel ik niet op m’n hartritmestoornissen. Die maken andere huppeltjes en hebben een tegengesteld effect. Dit ging om Maria. Het stikte al de hele week van de Maria’s. Bijvoorbeeld bij de repetitie van een kerstspel dat ik gemaakt had voor de bewoners van het Gulpense Dr. Ackenshuis. De acteurs en actrices waren van de aanleunwoningen. Bij die spelersgroep alleen al zaten drie Maria’s. Maar degene die Maria moest spelen niet. Die heette Anna. En Anna was geen moeder Maria; dat was juist de moeder VAN Maria. Voor wie dit een verwarrend verhaal vind worden; vergeet het rustig, het gaat nu niet over de Maria’s van dat kerstspel; de Maria die boven dit verhaaltje staat, trof ik weliswaar óók in een zorgcentrum, maar ergens anders. Ik ging er zingen op een activiteitenmiddag en aan de deur werd ik opgevangen door iemand die zich, jawel, voorstelde als Maria. Ze hielp even om mijn spullen de lift in te dragen en vergezelde me naar de ontspanningsruimte van het huis. Eén voor één druppelden bewoners naar binnen en zochten een plaatsje rond een grote tafel. Maria, verdween af en toe uit de ruimte en kwam even later met een bewoner of bewoonster aan de arm weer naar binnen en hielp waar nodig de betrokkene aan een comfortabele zitplaats. Ik stemde mijn gitaar en keuvelde wat met deze of gene. De zangmiddag begon en er kwamen zo nu en dan signaaltjes van het publiek, die onderstreepten dat ze zich amuseerden. Dat zelfde gold overigens ook voor mij. Ik poog aan de gezichten te peilen of mijn programma een beetje in de smaak valt. Dit keer gleed mijn blik onwillekeurig vanuit een ooghoek een paar keer naar Maria. Onder het zingen bedacht ik dat dit zomaar een middag was, in zomaar een zorgcentrum, waar zomaar Maria zat, een vrijwilligster. Ze leek geen rol te hebben maar had tegelijk allerlei rollen. Ze zat er, schijnbaar als toehoorster, maar in feite stonden alle antennes aan. Als er ergens iets gebeurde of er was iets of iemand nodig, was ze geruisloos opeens ter plekke en werd iemand geholpen, van een of ander voorzien of even over de hand gestreken. Iemand stootte een glas om; zij stond erbij met een doekje en even later met een vol glas. Iemand verloor zijn slof en zij hurkte bij zijn stoel om hem voor koude voeten en/of struikelen te behoeden. Iemand moest naar het toilet, geruisloos escorteerde ze. Kwam terug en ging weer zitten. Naderhand ruimde ze mee op, bracht mensen naar de kamer en verdween. Waarschijnlijk deed ze dat vorige dinsdagen ook, en de volgende ook weer. En zo zijn er tienduizenden Maria’s. Uit mijn jeugd ken ik een Maria van Altijd durende Bijstand. Die heb ik een tijdje onterecht als de patrones van de uitkeringstrekkers gezien. Ik denk nu eerder dat zij de patrones is van dit stille leger Maria’s, zonder wie oud worden een stuk moeilijker is.
Meer berichten van Column
Ik doe niet mee aan vogeltellingen. Ik zou ook niet weten hoe ik dat moest doen. Omdat ik bij god niet weet welk vogeltje ik al gehad heb en welke niet. Let wel: dat wordt de ...
Mij is het zingen met de paplepel ingegeven. Sterker: het heeft van meet af aan in mijn bloed gezeten. Dat kon niet anders want via de navelstreng kreeg ik al de nodige melodie...
Vorige keer vertelde ik over de rare gewoonte van volwassenen om met Sinterklaas de jaarlijkse veldslagen te starten rond de kleur van het Pietenvolk. Alsof het niet over een v...
Meer berichten
Dur ovend vilt Ich vang dich op En kroep dur Stillekes neave Dur ovend vilt Ich schleat mien auge Loat ut dinke los Hot mien wunsche vas Dur ovend vilt zonger aa...
Kerstgroet 2025
Nieuwjaarswandeling Doe mee aan de Nieuwjaarswandeling van IVN Eys op zondag 11 januari! Begin 2026 fris en vol energie. Trek je wandelschoenen aan en sluit je aan bij de gez...