Ik ben geen type van ‘Vreuger waas alles baeter’. Maar ik moet toegeven dat er wel momenten zijn, dat ik denk ‘Goh de aanpak vroeger was toch zo gek nog niet’. Sterker: die momenten zijn er steeds vaker. Bij het kiezen tussen goed en kwaad bijvoorbeeld. En dan bedoel ik niet eens de tijd van de catechismus, dat boekje waaruit je de pasklare antwoorden kon halen op die vraag. Gewoon knal van buiten leren en dan wist je genoeg voor een prima punt voor godsdienst, later maatschappijleer en nog later maatschappelijke oriëntatie. Maakt niet uit wat ’t beestje voor naam had. Je wist waar je aan toe was, hoe ’t moest en vooral: wanneer je fout zat. De begrippen waar ’t over ging werden door je omgeving gewoon in je gebakken en die leerde je hoe je je moest gedragen en waarom iemand die zich daar niet aan hield een tik op de vingers kreeg. Zoals wij dat vroeger flauwekul vonden van oudere generaties, vindt de jeugd van nu dat doorgaans van ons. Die vinden geëmmer over goed en kwaad flauwekul. Die verwonderen zich bijvoorbeeld niet meer over liegende presidenten, over draaiende politici. M’n nichtje; ze kijkt me in het gunstigste geval meewarig aan met zo’n blik in de ogen ‘Waar heb JIJ nou verstand van?’ Toegegeven; ik heb inderdáád van niet erg veel dingen verstand. Maar dan komt ze mij bijvoorbeeld vertellen dat in déze tijd mensen zuinig zijn op grondstoffen en dat ik blij moet zijn dat, na mijn generatie die alles wegsmeet, het maar goed was dat in háár tijd het recyclen was uitgevonden. Ik bespaar haar dan de verhalen over de schillenboer, over de ouwe lommelenboer, de oud ijzerhandel en het oud papier verzamelen. Ik vertel ze niet dat mamma, toen het pakje boter in kuipjes werd verkocht, zij die kuipjes opspaarde. Omdat je dan bakjes met deksel had voor de diepvries. Recycling vóór de weggooigolf en dus héél lang vóór hun recycling. Staat zo tuttig. Maar bij mij zit ’t dieper. Als ik bijvoorbeeld elke maand het vel van de oude maand van de kalender afscheur en weggooi, denk ik steevast terug aan het moment dat pappa en mamma dat vroeger ook deden en mij dan dat oude vel gaven om op de achterkant te tekenen. Dat deed ik heel graag en de achterkant van dat kalendervel was luxe, glanzend, dat had niet iedereen. De laatste dagen van de maand kon ik haast niet wachten op het ‘scheurgeluid’ van het kalenderpapier. Het feit dat het weggooien van dit stuk papier zo’n emotie bij mij oproept, zet mij elke keer weer aan het denken in welke overvloed wij leven op dit moment. Het geeft me enerzijds een heerlijk warm gevoel van binnen door het denken aan vroeger en anderzijds is het beangstigend omdat de huidige tijd een schril contrast is. ‘Ach wat’ zegt mijn nichtje dan ‘Je kan kalender kijken op je telefoon’. En dan laat ze er een beetje vals op volgen ‘Dat scheelt bomen’
Meer berichten van Column
Ik doe niet mee aan vogeltellingen. Ik zou ook niet weten hoe ik dat moest doen. Omdat ik bij god niet weet welk vogeltje ik al gehad heb en welke niet. Let wel: dat wordt de ...
Mij is het zingen met de paplepel ingegeven. Sterker: het heeft van meet af aan in mijn bloed gezeten. Dat kon niet anders want via de navelstreng kreeg ik al de nodige melodie...
Vorige keer vertelde ik over de rare gewoonte van volwassenen om met Sinterklaas de jaarlijkse veldslagen te starten rond de kleur van het Pietenvolk. Alsof het niet over een v...
Meer berichten
Kerstgroet 2025
Nieuwjaarswandeling Doe mee aan de Nieuwjaarswandeling van IVN Eys op zondag 11 januari! Begin 2026 fris en vol energie. Trek je wandelschoenen aan en sluit je aan bij de gez...
Op 14 januari is Berna Lindelauf vanaf 14 uur weer aanwezig in Bibliotheek Gulpen-Wittem om te quilten. Deze keer zal ze extra aandacht besteden aan applicatietechniek, zowel ...