Een vrolijk uitje naar De Zeute Aardbei
Het was een wisselende zomerdag toen de bewoners met dementie van een klein gezellig verpleeghuis uit het Heuvelland zich verzamelden voor een bijzonder uitje bij de grote massale poort. De lucht rook naar gras en vrijheid, en in de verte klonk het zachte gerommel van de motor van de bus. Daar was hij al: Adrie, onze vaste chauffeur, met zijn vertrouwde vrolijke kop inspecteerde hij de rollators “Instappen maar, dames en heer! Vandaag gaan we naar De Zeute Aardbei” riep hij opgewekt. “En ik weet de mooiste weggetjes!”
Met zijn gouden stuurkunsten leidde Adrie de bus langs slingerweggetjes, groene heuvels en geheime paadjes waarvan niemand wist dat ze bestonden. Achter in de bus klonk al snel gelach en geroezemoes. De vrijwilligers die altijd met een warm hart en een scherp oog paraat staan, zorgden dat iedereen veilig zat én blij was.
Bij De Zeute Aardbei aangekomen stond de geur van vers gebakken wafels en aardbeienijs iedereen meteen op te wachten. “Wat een paradijsje,” fluisterde mevrouw Van der Stap terwijl ze haar zomerhoedje vasthield in een windvlaag.
Iedereen koos wat lekkers – grote wafels met slagroom, verse aardbeien en bolletjes ijs zo zacht als wolken. Sommigen aten snel, anderen proefden langzaam en met gesloten ogen. Er werd gezongen, spontaan en vrolijk, en zelfs een paar vreemde gasten – dagjesmensen, toeristen en een verdwaalde fietser – bleven staan luisteren en klapten vrolijk mee.
En toen gebeurde het onverwachte: mevrouw Van der Stap stond op, tikte met haar voeten op de grond en… begon te dansen! Met een sierlijke draai en een ondeugende knipoog zwaaide ze haar armen in de lucht. Iedereen juichte, een enkeling klapte ritmisch mee, anderen keken verwonderd toe met tranen in hun ogen – van het lachen of van ontroering, wie zal het zeggen?
Sommigen zaten stil, kijkend naar het landschap, nippend aan hun sapje of cappuccino herinneringen in hun hoofd. “Hier kwam ik vroeger met mijn man,” zei een bewoner zacht. “Toen fietste we veel.” Carmen een begeleidster kneep even zachtjes in haar hand. “Vandaag is ook mooi,” zei ze.
Op de terugweg zong de hele bus “we gaan nog niet naar huis” . En Adrie, die floot het laatste stukje mee, hij knikte tevreden. “Morgen weer?” grapte hij.
De bus vulde zich met gelach.
En ze fluisterde geheimzinnig zacht tegen elkaar:
🎶 “Aardbeien zo zoet en dromen van toen,
Eenmaal aangekomen bij het verpleeghuis was daar de zomerse regenbui, tranen van herinneringen zei de begeleidster terwijl ze zich haastte naar hun gezamenlijke thuis, waar het warm en vertrouwd voelde. Ik zal u zeggen beste lezer van dit verhaal “Ze wisten het, deze middag, ze voelde het.”
Vandaag was een dag, een dag om te zoenen,
Een dag met herinneringen, bij De Zeute Aardbei.
⸻
Auteur;✍️ Jacqueline Fokken