Zo rond de jaarwisseling overladen we elkaar met ‘alles wat wenselijk is’. Daar hoeven we geen seconde bij na te denken. Het antwoord is ook al bekend. Het ‘insgelijks’ wordt in de meeste gevallen net zo automatisch gereproduceerd als het reproduceren van vraag- en antwoordteksten in de kerk. We zijn bij ontmoetingen, zeker bij de jaarwisseling, voorgeprogrammeerd. Ik weet niet of jullie die ervaring ook hebben, maar ik ontdek vaak de verwarring als op de standaard openingszin niet het standaard antwoord volgt. Soms wordt het zelfs ongemakkelijk. Op ‘Hoe gaat het met je?’ behoort ‘Goed’ te volgen of, ‘Es vur mèh gezondj ziëe, hé?’. Vaak vallen er ongemakkelijke stiltes als de ander zegt ‘mij gaat het slecht’. Of, nog erger, die eerste hoort het niet eens en loopt naar de volgende en vraagt hem ‘Hoe gaat ’t met je?’. Het is gewoon niet de bedoeling dat je een ander antwoord geeft dan in de rituelen staat. ‘Je bederft de stemming’, ‘je belast anderen met jouw sores’, ‘dit is nou niet de gelegenheid om daarover te beginnen’. Ik verzin maar wat beweegredenen om je te houden aan ‘Goed’ en ‘Insgelijks’. Je houden aan het bekende vraag- en antwoordspel lijkt veel gemakkelijker. En dat is jammer. Want het gaat niet altijd goed en het is niet altijd insgelijks en vaak zijn signalen van het tegendeel juist bij uitstek uitnodigingen om eens een gesprek te beginnen, een écht gesprek. Signalen dat die ander een hand, een troostend woord nodig heeft, of gewoon iemand aan wie hij zijn verhaal kwijt kan. Dat weten we, maar ‘het komt ons dan niet zo uit’. En dan missen we signalen die zo’n moment juist heel waardevol hadden kunnen maken, aanleidingen om het probleem onder ogen te zien en, samen, er iets aan te doen. Signalen, die we pas oppakken als het te laat is. Een vreemde menselijke eigenschap: overduidelijke signalen negeren, net doen alsof alles z’n gewone gang gaat. Ook als de tekenen overduidelijk de andere kant op wijzen. Dat gebeurt ook in groter verband als er problemen opduiken en wij alleen de standaard antwoorden geven. Wat denk je bijvoorbeeld van grote koppen in de krant ‘Plotseling lerarentekort’, ‘Groot tekort aan medisch personeel’, of ‘Basisscholen groeien uit hun jasje’. Dat zagen ze toch aankomen? Dan hebben we toch jaren slechte boodschappen genegeerd? Daar moet op ‘Hoe gaat het?’ toch al jáááren ‘Slecht!’ geantwoord zijn? Ik zat ooit naast de voorzitter van een scholenbestuur, toen voor de zoveelste keer tonnen in het water waren gesmeten, omdat wij investeerden in scholen die ’t jaar daarop overcompleet bleken. ‘Jullie moeten eens gaan praten met de vroedvrouw’, vertelde ik ‘m. ‘Hoezo?’ ‘Die weten vijf jaar van tevoren hoeveel kinderen bij jou op de stoep staan’. Ik dacht te simpel, vond hij. Maar hij hoort bij de soort die bij ‘Hoe gaat ‘t?’ niet op tijd hoort dat ’t slecht gaat. En, heel vreemd: van ZIJN soort hebben we nooit tekort. Waardoor we straks weer te veel of tekorten hebben. Bijvoorbeeld aan vroedvrouwen.
Meer uitgelicht
Ooit kwam ik ‘m tegen in ’t Taalcafé Gulpen. Ik was daar toevallig verzeild geraakt omdat ik voor de organisatie van ‘De Gulpener Duim’ onderzoek moest doen naar nut en inhoud ...
15 januari 2025 - Omwegen-40 staat nu op mijn website (zie OMWEGEN) Wat is het volgende Omwegen-verhaal? Ik neem je mee naar BRYCE CANYON ! Het is inmiddels alweer een paar...
Maandag 6 januari 2025. Drie Koningen. Of Drie Wijzen. Ook goed. Volgens de bijbelse verhalen zelfs correcter. De spellingchecker zet nu onmiddellijk een rood kronkellijntje on...