Pasen is met name in orthodoxe kerken eigenlijk een veel groter feest dan Kerstmis. Dat is, gezien de joodse oorsprong waarin met Pesach hét joodse familiefeest van ’t jaar gevierd wordt, niet zo gek. Maar ja, in de loop der geschiedenis heeft de rooms-katholieke kerk met Kerstmis ooit ‘t ‘heidens’ Germaanse winterfeest gekaapt en we maakten dáár ’t voornaamste familiefeest van. Niet dat Pasen niet meetelde, maar de wederopstanding werd minder gevoeld en beleefd als de geboorte van Christus. Pasen was veel meer ‘eitjes zoeken, lentefeest, paashaas, paasbeste kleren’. De boel opfleuren. Als het om die kleren ging: Pasen was voor mijn vader een vast ijkmoment in de jaarcyclus. Met Allerheiligen deed hij de winterjas aan, met Pasen deed hij de winterjas uit. Ook als met Allerheiligen de mussen van het dak vielen of als met Pasen sneeuw naar beneden dwarrelde. Maar mijn vader is geen graadmeter, die deed wel meer gekke dingen. Veel mensen gaven heel eigen vullingen aan Kerst en Pasen. Speciale dingen die je dán at, juist dan. Die eieren bijvoorbeeld. Symbolisch niet zo gek; wat is er nou méér symbool voor nieuw leven dan een ei? En met alle exploderende kleuren in de natuur, wat is er dan feestelijker om juist die eieren allerlei vrolijke kleurtjes mee te geven? En als ’t gaat om feestdiner: wat is er verrassender dan feestelijk eerste oogst van dát jaar te serveren? Asperges met Pasen, ook als ze peperduur zijn en van heel ver gehaald moeten worden of in centraal verwarmde aspergebedden geteeld zijn. Gewoon: het zijn de eerste van dat jaar en dát telt. Al moet je ze dan eigenlijk in de kluis bewaren in plaats van in de ijskast. En gewoontes als het familiebezoek, de stormloop op de woonboulevard en/of IKEA, de terrassen, het uit eten, de parken, de bloeiende boomgaarden, er, eindelijk, weer op uit trekken. Daar zijn we met Pasen aan toe. Dit jaar méér dan ooit. We hebben lang genoeg opgesloten gezeten, we hebben het lang genoeg zonder elkaar moeten doen, het is al véél te lang geleden dat we op terrassen mochten zitten, laat staan uit eten gaan. We willen weer lekker bij elkaar klitten, samen het park in, oma en opa gaan knuffelen. Kortom: als we óóit toe waren aan Pasen, is het dit keer. Maar we weten dat nu aan ieder contact het risico kan kleven van een lijdensweg. Voor velen tot op Golgotha en zonder uitzicht op wederopstanding. Niks te Pasen dus. Paasbeste nieuwe garderobe kan alleen on-line. Je paaskapsel is afhankelijk van de wachtrij bij de kapper. Sterker: je bent zelfs blij dat de weersvoorspellingen voor het paasweekend balen zijn. Natte sneeuw houdt uitlokkende gekken er misschien van af om in het Vondelpark gezellig een paasrobbertje te gaan vechten met de politie. Het uit eten wordt afhaal. Gelukkig kan dát nog wel feestelijk en verrassend zijn. Ik doe het Syrisch dit jaar. Sha-aam.nl. Dat heeft niks met religie te maken, dat is gewoon extra lekker. Omdat het Pasen is. Toch.
Françoise