Het toeristenseizoen is weer volop bezig. De uitvinder van de vakantiespreiding mogen ze van mij een bloemetje sturen. Dankzij hem is ’t zuiden niet helemáál overlopen in een paar weken. Nu zijn we overlopen in een paar weken méér, maar wel door minder mensen tegelijk. Stel je voor dat die allemaal tegelijk gekomen waren. Niet omdat Zuid-Limburg opeens nóg mooier was geworden dan het al is of dat het VVV ons met nog méér succes in de etalage gezet had. In China of zo. Nee. Niet ZIJ, maar corona heeft de vakantie in eigen land gepromoot. De hoofdmoot van de vakantiecolonne kon, wilde, mocht opeens niet meer naar exotische kusten of op een camping in Italië met overal tjierpende krekels en muggen met een voorkeur voor Wie Nederlands Bloed door d’Aad’ren vloeit. Nu kwamen ze in drommen naar het onderste stukje van Nederland, het vanouds bekende stukje buitenland in eigen land. Al was ’t maar vanwege dat grappige taaltje dat de inlandse bevolking daar spreekt, waarvan ze geen woord verstaan. En af en toe is dat maar goed ook, want anders zouden ze weten wat het betekent als een kennelijke campinggaste haar winkelkarretje vóór wringt aan de kassa en de man achter haar zegt ‘Du bliefs hei kepot onger de Holländere. Die dinke dèt ze ’n ei mieë in de vot höbbe’. Dat mens snapt niks van zo’n zinnetje en kwebbelt rustig tegen hem: ‘hebbie hier ‘n zaak, met de Story?’ Hij heeft even de neiging om d’r door te sturen naar de tijdschriftenshop van Jan Croonenberg die hier al sinds vorige eeuw weg is. Om te pesten. Maar hij houdt ’t netjes bij ‘Nae, Stories hant vur hië nit’. Da’s weliswaar gelogen, maar ze verstaat ’t toch niet. Zo’n vakantiepraatje aan de kassa verraadt intussen wel iets van de schuureffecten van de vakantie-explosie in dit coronajaar. Voorheen was ’t in de vakantieweken weliswaar óók moeilijk ’n parkeerplek te krijgen in je dorp, maar je had nog ’t idee dat ’t JOUW dorp was. De irritatie neemt toe We krijgen met deze coronavakantie een voorproefje van wat er gebeurt als ze met z’n allen komen kijken hoe leuk ’t hier is. Conclusie: niet leuk meer. Maar ze blijven komen. Zoals, in ’t groot, in trekpleisters als Amsterdam, Berlijn, Parijs, Barcelona. Niet dat ik die plaatsen wil vergelijken met Margraten of Gulpen, laat staan een plek als Venetië dat een toeristische hel werd. Maar Maastricht heeft sluipenderwijs al ziekteverschijnselen onder de leden en mensen schrikken zich op de binnenwegen van het Heuvelland intussen al lang te barsten van wat de Tsunami aan fietsers, motoren, quads en auto’s met hun welbevinden doet. Corona heeft ons dat besef versneld gebracht. Een geluk bij een ongeluk; Corona gunde ons een blik in onze toekomst. Misschien op tijd om NU een dam te bouwen in ons zo lieflijke tweestromenland. De recente regengeschiedenis heeft ons geleerd dat die leuke stroompjes kolkende rivieren kunnen worden. Corona leert ons dat ook toeristenstroom veel dierbaars mee kan sleuren. (wordt vervolgd)
Françoise