Soms kijk ik in onze woonkamer rond en bedenk dat ik best tevreden ben met ons nestje. We hebben die plek in de loop der jaren volgestouwd met spulletjes. Van de meeste weet ik nog wanneer we ze gekocht hebben, bij welke gelegenheid, eventueel van wie we het cadeau kregen of wie het gemaakt heeft. Leuke verzameling. Gek dat ik niet veel vaker zo in ons eigen huis rondkijk, maar nee; het beperkt zich, zoals gezegd, tot sporadische momenten. Doorgaans loop ik fluitend door de kamer of zit er een spelletje te doen, muziek te luisteren, TV te kijken of loop, zonder verder ergens naar te kijken naar de keuken. En tóch, ofschoon het m’n dagelijkse entourage is, ergens blijft het besef dat DIT mijn plekje is en dat besef ik al 53 jaar. En dat geldt ook voor buiten. We zijn inmiddels de oudste bewoners van de straat. Toen we indertijd in Gulpen belandden, heb ik onmiddellijk tegen mijn sjattepoemel gezegd ‘hier ga ik nooit meer weg’ en ’t heeft me geen enkele moeite gekost om me aan dat voornemen te houden. ‘Je thuis voelen’ zit niet in die stapel stenen met een dak erop, het is een optelsom van wat je er samen binnen en in de buurt beleefd hebt. Is dat iets bijzonders? Nee dacht ik altijd, dat kon allemaal elders net zo zijn als hier. Alles went, ook als je ‘thuis’ verplant naar elders. De afgelopen weken besefte ik dat ik de bijzondere kracht van thuis onderschatte. Ik had daar beelden voor nodig van heel ver weg. De oneindig lange stoet Gazabewoners, die langs de kust terugliep naar het noorden van waaruit ze gevlucht waren, met het schamele boeltje dat hun hele bezit was, maar bijna allemaal met lachende ogen. ‘We gaan naar huis. We mogen eindelijk weer naar huis’. Voor ontelbaren zal dat huis een puinhoop geworden zijn, maar, zeiden er een paar, ‘het is ónze puinhoop, dáár horen we, dáár bouwen we ons huis weer op’. Ongelooflijke wilskracht. Ik zag mensen hun ‘intrek’ nemen in het stukje garage dat als enigste van hun huis nog overeind stond. En ze bleven zeggen ‘we zijn thuis’. Vorige keer vertelde ik dat Munzer, toen hij hoorde dat Syrië voor dit moment redelijk veilig leek, zijn vader was gaan opzoeken. Hij liet me op een filmpje zien dat zijn schoonvader hem meetroonde naar een compleet verwoeste wijk, met daarin een woonblok van vier verdiepingen, waar op de vierde verdieping drie restanten van muren overeind waren gebleven. Kijk, had zijn schoonvader gezegd, MIJN huis; we moeten een manier zien te vinden om daar naar boven te komen. Er was geen trappenhuis meer en als hij een weg naar boven zou hebben, was dat een weg naar niks. Maar dat niks was ZIJN thuis. Hij was alles kwijt, maar DAT daarboven was thuis. Het wordt tijd dat ik eens met méér waardering rondkijk in mijn dorp, mijn straat, mijn huis, mijn kamer. Iets wat ik te vanzelfsprekend mijn thuis noem.
Meer berichten van Column
Een leraar krijgt jaarlijks groepen jeugd voor z’n neus ‘waarmee hij het dan maar weer een jaartje moet doen’. In ’t willekeurige pluimvee, dat bij hem ’t hok wordt ingejaagd, ...
Wie mij kent weet, dat ik me hier zelden met ‘politiek’ bezig houd. Mijn Sjattepoemel is er blij om. Die vindt mij lief, maar schaamt zich vaker te blubber als ik in gezelschap...
Een van de vreemde nationale feestdagen is hemelvaart. Het is een nationale feestdag, maar niet iedereen heeft vrij. Er zijn heel veel christelijke feestdagen die we nationaal ...
Meer berichten
Onvrijwillige zorg Thuis Iedereen in Nederland heeft het recht op het maken van eigen keuzes. Ook als je dementie hebt en (thuis) zorg ontvangt. Maar wat als de zorgaanbiede...
Komend weekend is "kermis i gen durp" Natuurlijk luistert de harmonie de processie op, maar er is meer te doen !! Zaterdagavond speelt om 20h00 de coverband Midlife in de ten...
'Frisse wind' Bieb Epen ademt met een sprankelende vernieuwde indeling bij de 'volwassenen'. Boekenkasten vol verhalen hebben tijdens een wervelwind van verplaatsingen een ni...