‘Geld geldt. Altijd.’ Dat heb ik ergens in de vorige eeuw bedacht, zonder de illusie te hebben dat ik iets nieuws vertelde. Miljoenen hebben dat al eeuwen daarvóór bewezen en gepraktiseerd. Toch onderschrijven de meesten de wijd verbreide volkswijsheid ‘Geld maakt niet gelukkig’. Aan dat gezegde heb ik ooit een bijzin gekoppeld, die een heel andere wending aan de bedoeling van dat zinnetje gaf: ‘Geld maakt niet gelukkig, maar gelukkig wel rijk’. Bijna iedereen knikt instemmend als ze ’t lezen, maar de helft bedoelt met dat knikken precies het tegenovergestelde van de andere helft. De eerste helft leest ‘Okay, het maakt dan weliswaar niet gelukkig, maar gelukkig maakt geld je wel rijk’. Ik vermoed dat veel méér dan de helft dat zegt. De andere helft leest ‘Okay, geld maakt niet gelukkig, maar gelukkig zijn maakt je wél rijk’. Ik kies voor die laatste interpretatie. Dóórfilosoferend heeft ’t me gebracht tot het levensmotto ‘wie tevreden is met minder, is sneller rijk’. Dat lijkt haaks te staan op het doorgaans luid bejubelen van mensen met ambities en het in euro’s bemeten van carrières. Mij een zorg: de relativiteit van materiële welvaart bepaalde bij mij, vaak tegen de stroom in, veel van mijn denken en doen. Ik moest daar laatst weer heel nadrukkelijk aan denken toen de beelden van de vernietigende watervloed dwars door Limburg letterlijk de journaals en kranten inspoelden. De relativiteit van een leven lang vergaarde rijkdom, gecomprimeerd in het beeld van een man die voor zijn huis staat. Of eigenlijk voor wat een paar uur eerder zijn huis was. Ontzetting in zijn ogen. ‘Ik heb niets meer. De broek die ik aanheb. Voor de rest is alles weg’. Hij snikt het uit. Er zijn meer van die beelden van mensen die van het ene op het andere moment van alles op nul gesmeten zijn. De man die bij rondgang door de ravage van wat eens zijn have en goed was, geen aandacht heeft voor zijn vrijwel nieuwe auto die total loss in de garage drijft. Hij staat voor een kastje waarin de fotoalbums. Vist er het boekje met de trouwfoto’s uit. Het water gutst uit het album. Dat boekje, niet de Peugeot 508 SW is zijn ‘alles kwijt’. Misschien zorgt verzekering of overheid dat er een vervanging voor die 508 komt. En hopelijk sneller dan in Groningen. Maar dat boekje IS niet te vervangen, in die vernielde plaatjes lagen unieke geluksmomenten in beeld vast. Maar buiten de vernielde spullen dreef met de waterramp nog iets naar boven. De buren, waar hij altijd gedachteloos langs liep en die nu de modder uit zijn serre scheppen, de onbekenden die hem opeens goed gevulde soep brachten, een jas, een onderdak. De voetbalclub met hun lawaaierige kantine die nu op Facebook schrijft ‘Heb je ons ergens voor nodig: bel dit nummer, wij komen helpen’. Die schreeuwers. Ze komen. En pakken die zware kast van ‘m over. Het geld is weg, maar opeens zijn die anderen gekomen. Voor niks. Niet voor ’t geld, maar voor hem.
Françoise