Eerlijk gezegd weet ik niet precies wanneer ik met dit soort schrijverij begonnen ben, maar ik vond laatst na wat speurwerk een lang artikel in “De Nieuwe Tilburgse Courant” van 5 maart 1964 terug. De tijd dat de Beatles opkwamen en op Schiphol verwelkomd werden door een onmetelijke zee hysterisch gillende en flauwvallende meiden. Iets waar ik kennelijk NIETS mee had, maar integendeel juist voor het verderf van de wereld hield. Voor de gein zal ik het hele artikel hieronder afdrukken. Levend bewijs dat ik toen al het nodige commentaar had op het tijdsbeeld en me daar ook toen al moeilijk in schikte:
‘Ik heb zo het gevoel, dat ik het recht niet heb deze brief te schrijven, me te mengen in de zaken van een ander. Hoe het ook zij, je ziet het, ik doe het toch. Als je het niet wil lezen is dat je goed recht, je hebt natuurlijk meer belangstelling voor de pagina waarop staat dat Anneke Grönloh een iets donkerder tintje heeft aangenomen, dat Elvis zich scheert met Karsia, dat Willeke Alberti een ander kapsel heeft. Spannend! Maar je vindt die zangers en zangeressen nu eenmaal leuk, je wilt van hun doen en laten op de hoogte zijn, heel normaal, dat wil ik ook. Als je toevallig fan bent van de Beatles of weet ik wat voor een bandje en je hebt niets anders te vertellen dan dat ze meesterlijk, onovertroffen, geweldig, fantastisch zijn, dan zeg ik nog steeds: je goed recht. Maar als je dan bijvoorbeeld van zo’n knullen zegt, dat hun kapsels machtig zijn, erger nog dat je jezelf zo’n haardos gaat aanfokken, dan vraag ik je toch, wat je vorig jaar gezegd zou hebben als je iemand zó over straat had zien lopen. Als ik me niet sterk vergis in je gezond verstand, zou je waarschijnlijk op zekere plaats midden op je voorhoofd gewezen hebben. Nu het echter door Jan Beatle gedaan wordt is het „machtig”, „artistiek” kortom „moordgoed”. Als over drie maanden de “Flikflooiers” opkomen en het in hun hoofd halen de scheiding rechts en een lok links te nemen en nog grotere kalfsogen op te zetten als Jan Beatle, dan is dat „de top”. Jongens, waar blijven we? Laten we ons niet te veel opruien door een platenmaatschappij, die geld uit onze beurzen slaat, omdat wij gewillig in hun vallen trappen? Er wordt veel over ons geklaagd, wij doen idioot, kortom: de oudere generatie is niet tevreden over ons. Zou dat waar kunnen zijn? Heb je je dat ooit afgevraagd? Ik geloof dat er wat in zit, maar is dat enkel onze schuld? Dat er in diezelfde oudere generatie mensen zitten, die op onze jeugdige argeloosheid speculeren wordt nooit erbij verteld. Wij dansen mee met iedere mode, die deze „gevierde” mannen ons aanpraten: Hoeveel dacht je dat er aan ons verdiend werd, omdat men ons platen, foto's en tijdschriften verkoopt als „modern”? Maar moeten wij dan per sé zo abnormaal gek doen om modern te zijn?’
(wordt vervolgd)