Toen het industrieterrein Avantis bij Kerkrade, deels op Duits en deels op Nederlands grondgebied, gerealiseerd werd, beloofde het veel goeds. De ligging aan uitstekende infrastructuur rechtvaardigde de hoge verwachtingen. Maar toen kwam… de Korenwolf. De wat? De Korenwolf. De meesten van jullie zullen hem nog nooit gezien hebben, behalve op het etiket van een witbier van de Gulpener. Denk niet aan een wolf; het gevaar bij een Korenwolf is meer dat je er op trapt. Het is een klein hamstertje, familie van die hamsterneefjes van de Albert Heynreclame. Maar die Albert Heynsoort vermenigvuldigt er lustig op los en die Korenwolf juist niet. Ze proberen ze te redden door in speciale reservaten gefokte exemplaren voor miljoenen er lustig op los te laten overleven. Niet met erg veel succes want streng beschermde Dassen vreten bijvoorbeeld dolgraag streng beschermde Korenwolfjes. DAT beestje werd dus aangetroffen op dat nieuw aan te leggen industrieterrein Avantis. Of beter gezegd, er waren gaten die er op konden wijzen dat daar mogelijkerwijs misschien een Korenwolf aan de gang geweest was. Die gaatjes waren desalniettemin voldoende om het hele werk onmiddellijk stop te zetten. Behalve het feit dat die beestjes miljoenen kosten om ze kunstmatig in leven te houden, kosten ze nog veel méér miljoenen als ze op Avantis zitten. Herstel: misschien wel op Avantis blijken te KUNNEN zitten. Alle natuurbeschermers gingen onmiddellijk in de hoogste staat van paraatheid, de aanleg werd stil gelegd tot in hoogste instantie. Zó hoog dat het héél lang duurt voor misschien blijkt dat een natuurbeschermer met een aangespitste bezemsteel wat gaatjes heeft geprikt om te voorkomen, dat er industrie op zijn plantjes en beestjes gebouwd werd. Het duurde lang genoeg om investeerders en nieuwe bedrijven naar elders te jagen. Es lebe der Korenwolf. In Maastricht mocht de Enci decennialang de St. Pietersberg afgraven onder de strikte voorwaarde dat ze het gebied voor vele miljoenen zouden herinrichten als ze klaar waren. Toen de eerste fase van de herinrichting moest beginnen verscheen opeens in eén van de grotten een Oehoe. Een wát? Een Oehoe, een grote uil. Zeer beschermd. Dus alle natuurbeschermers, die eerst die miljoenenkostende herinrichting geëist hadden, eisten nu dat het werk onmiddellijk stop gelegd werd. Ik heb de directeur van de Enci indertijd gevraagd waar ie die Oehoe gekocht had. Begrijp me goed, ik ben vóór natuurbescherming, maar soms moeten we beschermd worden tegen natuurbeschermers. Soms blijken zeldzame beestjes ook zeldzaam handig uit te komen. Er werd in Gulpen een Korsakovopvanghuis gepland. Een buurman bewandelde alle wegen om dat tegen te houden. En hij kent er héél veel. Niks hielp. Tot hij in zijn tuin opeens een hazelworm vond. Weliswaar zonder kop, maar streng beschermd. Hij legde ‘m in de diepvries. Succes, planning en bouw werden stopgelegd. Maanden. Uiteindelijk zag een rechtbank in dat de worm zonder kop wel erg toevallig was aan komen kruipen. Dus werd, na alle vertraging en kosten vandien, dat Korsakovhuis toch gebouwd. De bouwers hadden wél nog geld over voor een naamplaatje. Het huis heet nu ‘Hazelhof’.
Françoise