Het voelde vandaag buiten alsof er een verlate herfst in de lucht hing. Maar de lente in mijn hoofd vertelde een ander verhaal, dat eigenlijk niet paste bij de forse tegenwind en de striemende regen. Waar die innerlijke lente vandaan komt? Ik weet het precies, want het zit daar vanaf zaterdag.
Die dag vond ik dat gevoel in ‘Het Bovenste Bos’ in Terziet. In deze groepsaccommodatie, voor deze gelegenheid nog mooier gesitueerd door een dik sneeuwtapijt, hadden nieuwe en ervaren raadsleden en burgerfractieleden van alle politieke partijen zich al om half tien verzameld voor een lange heidag. De slotdag van een bizar drukke week.
Op maandag begon die week met een twee uur durend kennismakingsgesprek met de burgemeester. Op dinsdagavond de, soms emotionele afscheidsavond van de oude raad. Woensdag de installatie van de nieuwe raadsleden en burgerfractieleden, verlengd met een lange nazit. Donderdag een warme hap (op verzoek van o.a. DOE’22 ook met voldoende keuze voor vegetariërs) als energiebron voor de volgende lange avond. Daarop presenteerden alle afdelingen van het gemeentehuis zich op een infomarkt, verspreid door het hele gebouw. De toehoorders en vragenstellers waren verdeeld in groepjes waarin steeds alle partijen waren vertegenwoordigd. Zo maakten de debutanten niet alleen kennis met ambtenaren en de belangrijkste politieke thema’s, maar vooral ook met elkaar. Goed voor de eerste lentekriebels, zo bleek al snel.
En dan was er op zaterdag opeens het politieke lentegevoel. Mede opgewekt door twee sterke dagbegeleiders. Jeroen Heun, ooit wereldkampioen debatteren en nu iemand die gespecialiseerd is in hoe je effectief kunt communiceren. En Nils Berndsen, o.a. voormalig gemeenteraadslid van D’66 in Rotterdam en dagelijks bestuurder van deelgemeente Rotterdam-Noord. We kregen, steeds in andere groepen, geleerd hoe je in de raad beter je standpunten naar voren kunt brengen en verdedigen. Maar ook aan welke eisen een goed debat moet voldoen. Bij alles stond ook nog eens de vraag centraal: hoe willen we de komende periode met elkaar omgaan?
En toen brak de politieke lente door in de hoofden van bijna iedereen. Wat gebeurde er? De nieuwelingen meldden zich aan het front. De jonkies namen regelmatig in de debatten en bij de andere opdrachten spontaan en overtuigend de leiding over van de oudgedienden. Gevolgd door enkele nieuwe raadsleden. Een enkele keer nog aarzelend, maar al snel met lef en vooral op basis van goede, steekhoudende argumenten. Zo mooi om te zien. Zo hoopvol voor de toekomst. Is dit het einde van het type raadslid raadsleden dat vier jaar lang vaak niet veel verder komt dan: ‘Eh, eh, eh… ik ben het eens met mijn voorganger?’ Of van raadsleden die elkaar regelmatig in de haren zitten, vooral op basis van emoties. Het zou best eens kunnen.
Thuisgekomen ben ik voor het raam gaan staan en heb in de tuin de vroege lentebloeiers een naam gegeven, als ode aan al die nieuwe politieke talenten die we op dit moment als Gulpen-Wittem blijkbaar rijk zijn. Aanstormende politici die al snel het verschil kunnen gaan maken tussen oude en nieuwe politiek. De tulpen en narcissen heten nu Nathalie, Paul en Resie, Quinn, Diana en Jeroen, M & M (Maud & Maartje), Hans en Bram. En de leukste bloem is genoemd naar Wiel, die hopelijk ingrijpt als we onszelf de komende jaren te serieus nemen. Een heerlijk vers en lokaal product van Epense bodem met een gouden randje: dat van bevrijdende humor. Jaren zo gemist in onze raadszaal.
Daarom is het lente in mijn kop. Weer of geen weer.
Tjeu Seeverens